Hekwerken van Heras gaan de grens over

In de jaren zestig werden al voorzichtig de eerste stappen over de grens gezet. In België probeert Heras in 1964 voet aan de grond te krijgen, maar het wordt al snel duidelijk dat dit vraagt om een lange adem. Na vier jaar is de groei dusdanig dat Heras Hekwerk België wordt opgericht. In 1970 volgt Duitsland, zestien jaar later is Engeland aan de beurt en in 1991 start in Frankrijk een verkoopmaatschappij.

 Op een zeker moment doemt de vraag op waar Heras elders dan in Europa de markt kan bestormen. Dat moet in die landen zijn waar veel geld is. Waar ze iets willen, maar dat zelf nog niet kunnen uitvoeren. Arabische landen bijvoorbeeld. Toevallig komt er in die tijd een verdwaalde aanvraag bij Heras binnen van een aannemer die in Saoedi-Arabië een vliegveld moet aanleggen. Er is sprake van een Engels bestek, met daarin een oplossing die Heras niet kan leveren. Maar het belang van de verdwaalde aanvraag is groot. Er staat namelijk een naam met een adres op. En wil je in die tijd naar Saoedi-Arabië reizen, dan kan dat alleen op uitnodiging.

 

Onderhandelen met de sjeik

Verkoopleider Herman Wijn benadert de Arabier: ‘Wij hebben een interessant aanbod voor u, maar u moet ons wel uitnodigen.’ Er komt een invitatietelegram en op basis daarvan krijgt Wijn een visum. In een tijdsbestek van veertien dagen bestudeert hij alles wat hij over het land te weten kan komen, pakt zijn koffers en vertrekt. In Saoedi-Arabië volgen weken van spannende onderhandelingen tussen Wijn en sjeik Hassan ben-Ladin. Er komt een gigantische order voor Heras, maar er staat niets op papier. Wijn: ‘Er was inmiddels zo’n relatie tussen mij en de sjeik gegroeid, dat ik echt niet meer durfde te vragen om een en ander schriftelijk vast te leggen. Had ik dat gedaan, dan had ik misschien de boot gemist. Wat ik wel kreeg, was een toezegging voor een kredietbrief; ze zouden van tevoren betalen.’

Nederlandse ‘hekkenboer’ in Saoedi-Arabië

Buitendienstmedewerker Marinus van de Boogaard werkte langere tijd in Saoedi-Arabië. Het was een van zijn mooiste ervaringen. ‘We verbleven in barakken en het enige vertier was het kijken van videobanden die vanuit Nederland werden aangevoerd. Voor de rest was er niet veel. We werkten ook op onze vrije dagen, wat moet je anders? Op enig moment werd het zo heet, 55°C, dat ik besloot ’s nachts te werken. Dit deed ik in het licht van een meebewegende schijnwerper. Achter mij kwam een ploeg lokale werklui, ook onder een schijnwerper. Op een gegeven moment zag ik dat de schijnwerper van deze ploeg niet meer meebewoog. Toen ik ging kijken, lagen ze allemaal lekker te slapen.’ In de jaren tachtig stopt het Arabische avontuur. De oude sjeiks met wie Heras zaken doet, zijn inmiddels opgevolgd door hun zonen en die willen niet afhankelijk zijn van een ‘hekkenboer’ uit Nederland.

Keiharde concurrentie

Wil je als bedrijf gezond blijven en kunnen concurreren, dan moet je groeien. Dat kan door het opkopen van bedrijven, een beursgang of vestiging in de Verenigde Staten. Maar dat is niet wat Heras wil. De aspiraties liggen bij het eigen bedrijf, bij het eigen product en de groei daarvan. Heras kiest uiteindelijk voor Europa en wil een Europees bedrijf zijn. Het open handelsverkeer per 1993, het Europa zonder grenzen, betekent voor Heras geen andere bedrijfspolitiek. Groeneveld: ‘Wel ervaren we een keiharde concurrentie. In het krachtenveld van de concurrentie bevinden we ons gelukkig in een vooraanstaande positie. We hebben een groot  marktaandeel in de thuismarkt en dat verdedigen we, we laten ons dat nooit afpakken.’